Diepgang van materiaalinformatie (deel 2)

Opinie 28-10-2020 om 9:53 - Aannemers en bouwbedrijven - Alle rubrieken


Diepgang van materiaalinformatie (deel 2)


1843 … het jaar waarin het sprookje van het lelijke eendje is geschreven. Een verhaal over een wezen dat uiteindelijk werd wat hij al was, maar tot het moment dat het zover was, niet wist hoe hij zich moest gedragen. Een moeder die vertelt dat de wereld groter is dan dat wat de jonge eendjes – net uit hun nest gemaakt van stro, een organisch materiaal – kunnen zien … Ik was (en ben natuurlijk nog steeds) ook zo’n eendje.

Stel, na mijn voorgaande blog zie je het licht (glas, met daarin gloeidraad = metaal, als je er heel zuinig mee bent geweest en anders een LED-lamp met plastic omhulsel) en je wilt beginnen met dat Materialenpaspoort, wat zet je daar dan in? Ik heb daar zelf best een tijdje over nagedacht, gediscussieerd en uiteindelijk stelling genomen. Volgens mij gaat het bij dit initiatief over het in beweging krijgen van de maatschappij, het hoger leggen van de lat van het rolmodel … in dit sprookje de ‘zwaan’. We willen met z’n allen een mooiere wereld achterlaten en alle kleine beetjes helpen. Daarnaast kunnen kleine initiatieven met voldoende water kiemen en uitgroeien tot volwassen bomen, waar jij dan weer de vruchten van plukt.

Lat hoger leggen

Naar mijn idee moeten een paar eendjes dus de minimale vereisten vaststellen en van start gaan. Als we vervolgens ieder jaar daarna de lat net iets hoger leggen, komen de prachtige zwanen onder ons vanzelf bovendrijven. Bij Van Wijnen zijn we begonnen met het toepassen van het Materialenpaspoort op één van de drie startende projecten in 2020 (in de categorie woningbouw, U-bouw, recreatie en sport). Het is fijn dat commerciële marktpartijen (vooralsnog) geen eisen stellen aan het detailniveau. Zo kunnen we als bedrijf zelf bepalen waar we beginnen en hoe snel we dieper gaan.

Als uitgangspunt ben ik zelf begonnen met de WABO-stukken voor bouwkundig en constructief model (het basispaspoort). Op deze informatie is de ILS van toepassing en daar hebben we zelf controle over, voordat we onderaannemers aan ons binden die het verwerken van de juiste materiaalinformatie in hun tooling (in veel gevallen) niet voor elkaar krijgen. Elk geometrisch object in ons model heeft een materiaaleigenschap. We gebruiken hiervoor zo goed als mogelijk de NMD-lijst van materialen (deze is ook beschikbaar via het Madaster) omdat we ons graag aansluiten bij bestaande standaarden, ook al zijn ze gebrekkig. Voor het oplossen van de gebreken vertrouwen we op ons eigen inzicht over materialen. Een gipsplaat is van gips (dus papier achten we minder relevant) en een binnendeur is van hout (hoeveel karton er ook in zit).

Het kan altijd beter

Het kan uiteraard altijd ‘beter’. Ik kan ook alle aspectmodellen van alle onderaannemers naar het niveau van ‘alle objecten hebben materiaalinformatie’  willen verbeteren en daar als een eendje met bewijsdrang maanden mee bezig zijn. Volgens mij leidt dat niet tot een snellere acceptatie van het Materialenpaspoort door de markt. Het werkt immers kostenverhogend (ik denk dat weinig mensen de ingetrokken koffie uit Chili die is gemorst op het vuren uit Nieuw Zeeland dat al 2 weken in de regen had gestaan en nu is toegepast in de binnenwand van de kast die wit geschilderd is met hoogglans verf RAL9016 wil vastleggen). Het is wel onze ambitie om zo ver te komen, maar daarvoor zal je moeten wachten tot mijn derde blog.

Doen we het dan goed op die manier vraag je je wellicht af? Aangezien niemand de standaard heeft gedefinieerd, is het al snel goed, zolang je maar iets doet wat aan het einddoel bijdraagt: een toekomst met zo min mogelijk afval uit demontage doordat we vandaag beter registreren tijdens montage.

Wat is er tegen op het Materialenpaspoort:
  1. In bijvoorbeeld UAV-gc projecten is weinig ruimte om deze kennis in te brengen
  2. Wat heb je aan het DO-volume van een kanaalplaat als deze in UO 40 procent minder volume heeft (de vulling van de kanalen zijn van lucht)
  3. Het is een extra taak die extra expertise vereist als je het goed wil doen. Dat kost geld.
Waarom is het Materialenpaspoort (toch) nuttig:
  1. Op basis van de kengetallen kan je snel categorieën met impact aanwijzen. Door in die categorieën duurzamer in te zetten, weet je dat duurzame aanpassingen op de aangewezen categorieën ook daadwerkelijk impact hebben (in plaats vaneen heel gebouw te willen verduurzamen en op elke komma te letten).
  2. Je bent een serieuze gesprekspartner voor architecten of opdrachtgevers omdat je niet met losse flodders schiet op duurzaamheid, en je kunt effectief adviseren aan de hand van de layers of Brand en de ladder van Lansink (Brand en Lansink, mooi duo) welke ingrepen nuttig zijn om je doel (een lagere MPG, een hogere circulariteitsscore, betere losmaakbaarheid etc.) te bereiken.
Als je niet van het technische verhaal houdt, sla deze alinea dan over

Door nu te beginnen met het implementeren van een Materialenpaspoort, heb je een meerwaarde voor je klanten. Deze klant zal dit op termijn verwachten, en wellicht vereisen. Daardoor moeten collega’s, die hier niet in meegaan, afhaken of dan alsnog met adviseurs in de weer gaan. Als je je Materialenpaspoort onder controle hebt, kan je met de circulariteitsindex aan de slag (dat is het basispaspoort + BCI). Deze vereist meer informatie per materiaal. Dat is op zich redelijk simpel te realiseren door materialen met meer eigenschappen te beheren in één van de online bibliotheken voor materialenpaspoorten. Door de naam vanuit de bibliotheek toe te passen in het materialenveld in je BIM-model, mapt het volume van je model automatisch met het materiaal uit de bibliotheek. Hierdoor krijg je een Building Circularity Index (BCI) waarmee gebouwen niet alleen met elkaar te vergelijken zijn, maar waardoor je ook samen met de opdrachtgever aan de knoppen kan draaien.

In de markt zie je dat de ‘groenere’ banken en financiële instellingen meer genegen zijn te sturen op dit soort KPI’s. Oftewel, een lagere BCI is een lagere rente op je financiering. Dat stimuleert opdrachtgevers om met partijen in zee te gaan die bewezen expertise hebben van deze materie. En kun jij ook zijn, als je vandaag begint!

Groeipad

Ik zie een groeipad voor het materialenpaspoort in de komende jaren. We hebben bij van Wijnen een flink aantal projecten voor dit jaar op de lijst staan en hebben met de Loskade een mooie eerste toepassing van de BCI binnen ons bedrijf gerealiseerd. Overigens is dat project ook nog eens demontabel en dat gaan we in 2030 zien als  we het project demonteren. In 2021 gaan we 50 procent van onze projecten voorzien van het eerder genoemde basispaspoort. Van die projecten gaan we 33 procent voorzien van een BCI-score (dat is dus circulariteit en demontabiliteit). Dit doen we met een dataverificatie van >80 procent. In onze ambities voor de komende jaren gaan we:

  • meer projecten een paspoort geven
  • meer projecten een BCI-score geven
  • de verantwoordelijkheid voor materiaal en circulariteitsinformatie verleggen naar de keten (meer in blog 3)
  • de procentuele ondergrens van dataverificatie jaarlijks laten oplopen

Door dit groeipad weten onze eigen mensen waar we ons naar toe ontwikkelen, kunnen we onze klanten informeren over de stappen die we in de komende periode nemen en kunnen we onszelf toetsen op deze KPI’s. Daarnaast geeft het uitvoeren van het Materialenpaspoort (en de BCI-score) ons een schat aan data en kennis over het proces, waardoor we het werkproces en het resultaat kunnen optimaliseren. Ook daarover meer in mijn volgende blog.

Aan de slag

Wellicht heb je na mijn voorgaande blog nog het gevoel dat je een eendje in een eendennest was, maar het is nog niet te laat om je te beseffen dat je altijd al een zwaan was! Ga aan de slag, kijk naar anderen en probeer (zeker in deze gure, koude dagen) mee te vliegen naar een betere bestemming. We zullen af en toe de koppositie moeten overnemen van elkaar om de betere wereld die we voor ogen hebben te bereiken, maar in ons ’eendje’ redden we het zeker niet.


Van Wijnen

Type:
BIM-professional (Columnist)

Adres:
Baarnsche dijk 14, 3741 LS Baarn, Nederland

Telefoon:
035 548 28 28

Over Van Wijnen:
Gijs Derks is gefocust op verbeteren. Hij getriggerd door duurzaamheid en is gecharmeerd van digitalisering. Vanuit die achtergrond ondersteunt hij de verschillende locaties van bouwbedrijf Van Wijnen in de regio Zuid op het gebied van innovatie. Op deze manier draagt hij bij aan de verwezenlijking van de landelijke koers naar een digitaal gedreven organisatie, met een lokaal profiel.

Lees meer

Reacties

Om reacties te kunnen plaatsen en bekijken moet je ingelogd zijn. Klik hier om in te loggen.