Er zijn eerste voorzichtige aanwijzingen dat de spanning op de bouwarbeidsmarkt zijn hoogtepunt heeft bereikt, dat stelt het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) in het rapport ‘Trends op de bouwarbeidsmarkt 2022-2026’.
De spanning kan geleidelijk afnemen in combinatie met de gematigde groeiverwachtingen voor de productie in de komende jaren. Bouwopleidingen zitten al enkele jaren in de lift en de verwachting is dat 90% van het vereiste arbeidsaanbod in de periode 2023-2026 uit de opleidingen kan komen. Er zijn wel belangrijke verschillen tussen grote en kleine bouwopleidingen en tussen de gebouwensector en de infrasector. In de laatste sector lijken de knelpunten een zeker structureel karakter te hebben. Er blijven dan ook inspanningen nodig om de aantrekkingskracht van de bouw op de arbeidsmarkt te behouden en te versterken.
De groei van de werkgelegenheid in de bouw heeft zich dit jaar stevig doorgezet, nadat in 2021 ook al een robuuste groei werd gerealiseerd. Over beide jaren tezamen is de werkgelegenheid met ruim 20.000 voltijdbanen toegenomen. Sinds 2015 is de werkgelegenheid in de bouw met 80.000 voltijdbanen toegenomen, waarmee het grote werkgelegenheidsverlies tijdens de banken- en eurocrisis weer volledig teniet is gedaan.
Het aantal werknemers is voor het derde jaar op rij met 6.000 arbeidsjaren gegroeid, wat neerkomt op een stevige groei van 2% per jaar. Ook het aantal zelfstandigen is toegenomen in het afgelopen jaar, maar ten opzichte van het verleden vlakt de groei hier wel af. Bij de buitenlandse arbeidskrachten is het afgelopen jaar weer wel een forse groei opgetreden, na een sterke daling in het eerste coronajaar.
De productiegroei wordt in sterke mate gedragen door extra arbeidsaanbod. Sinds 2019 is zelfs vrijwel de gehele groei gerealiseerd door extra arbeid, terwijl de productiviteit nauwelijks is gestegen. Dit beeld van het bijna wegvallen van productiviteitsgroei ziet EIB zowel terug bij de bouw als bij Nederlandse economie in zijn geheel. Een belangrijke oorzaak van de ongunstige productiviteitsontwikkeling in de laatste twee jaar is de stijging van het ziekteverzuim in samenhang met corona.
Na twee jaar van sterk oplopende spanning op de bouwarbeidsmarkt, zoals blijkt uit de ontwikkeling van het aantal vacatures en de conjunctuursignalering van het EIB, zijn er zeer recent eerste, voorzichtige, tekenen van afkoeling. De ontwikkeling van het aantal vacatures is voor het derde kwartaal van dit jaar nog niet bekend, maar het aantal bedrijven dat knelpunten op de bouwarbeidsmarkt ervaart is licht teruggelopen in de conjunctuurmeting van het EIB. Aan de opdrachtenkant is ook al enkele maanden sprake van een lichte daling van de orderboeken, na de eerdere sterke stijgingen.
De meest recente inzichten voor de bouwproductie in de komende jaren wijzen op lage groeicijfers in de periode 2023-2026. Met een groei van de totale bouwproductie van 1.5% volgend jaar en een gemiddelde groei van 1% in de periode 2024-2026 zal de bouw overschakelen naar een lagere versnelling in vergelijking met de ontwikkeling van de afgelopen jaren. Bij dit productiebeeld zal de werkgelegenheid in 2023 nog met 1% kunnen groeien, waarna de groei vervolgens nog verder terugloopt naar 0.5% per jaar. Daarbij loopt de totale werkgelegenheid op van 485.000 dit jaar naar 498.000 in 2026.
In een speciaal onderwerp in de studie wordt stilgestaan bij rol van duurzaamheid bij de bouwproductie. Zeer opvallend is de explosieve groei van de duurzaamheidsproductie in de gebouwensector. De totale duurzaamheidsproductie steeg van € 3,5 miljard in 2017 naar € 9,7 miljard in 2021. De productie in de installatiesector is verdrievoudigd, terwijl de investeringen in isolatie ook nog met 150% zijn toegenomen.
Arbeidscapaciteit in verduurzaming 2021-2030
De duurzaamheidsproductie blijft naar verwachting krachtig groeien in de komende jaren, al zullen de spectaculaire groeicijfers van de afgelopen jaren niet opnieuw
worden gehaald. Met een groei van de productie van bijna € 10 miljard in 2021 naar €14 miljard in 2030 is duurzaamheid niettemin de motor voor de groei van de bouw in deze periode. De duurzaamheidsproductie in de gebouwensector gaat op dit moment gepaard met een arbeidscapaciteit van 55.000 voltijdbanen. Door de sterke groei richting 2030 zal de arbeidsinzet in dat jaar kunnen toenemen tot 75.000 voltijdbanen. Een toenemende groep werknemers en zelfstandigen zullen zich in hun werk met duurzaamheidsactiviteiten bezig houden.
Download het hele rapport ‘Trends op de bouwarbeidsmarkt 2022-2026’ op de site van EIB.
Reacties
Om reacties te kunnen plaatsen en bekijken moet je ingelogd zijn. Klik hier om in te loggen.